Wim heeft een paardenpension en fokt met diverse paarden. Zodra de door hem gefokte paarden rond de vier jaar zijn, laat hij ze verder trainen door professionals zodat de paarden uiteindelijk verkocht kunnen worden. Wim doet dit zo ook met het door hem gefokte paard Windsor.
Wim heeft Windsor beleerd en licht aangereden waarna hij Windsor, als hij 3,5 jaar oud is, bij Jaap in training zet. Wim heeft vaker paarden bij Jaap in training gezet. Wim en Jaap maken geen concrete afspraken over het paard. Jaap moet het paard trainen en op springwedstrijden uitbrengen. Het doel is dat het paard uiteindelijk verkocht zal gaan worden.
Na verloop van vier jaar training neemt Jaap contact met Wim op. Het paard heeft onvoldoende potentie voor verkoop aan een professional en is te lastig met rijden om geschikt te zijn voor een amateur. Jaap wil graag overleg hoe nu verder. Wim laat een andere ruiter naar het paard kijken. Deze ruiter ziet vanaf de grond zonder op te stappen dat het paard niet geschikt is voor de professional en te lastig is voor een amateur. Wim haalt het paard vervolgens direct op.
Wim is op zijn zachts gezegd not-amused. Hij heeft vier jaar lang de training uitbesteed en krijgt nu pas te horen dat het paard in de praktijk eigenlijk onverkoopbaar is. Wim is daarom van mening dat Jaap tekort is geschoten in zijn zorgplicht als trainer. Jaap had Wim veel eerder moeten informeren over de onverkoopbaarheid van het paard.
Wim neemt contact op met zijn rechtsbijstandverzekeraar en enige tijd later treffen de heren elkaar ten overstaan van de rechter.
Wat ging er allemaal aan vooraf?
Wim heeft het paard bij Jaap gestald voor de verdere africhting, met het doel dat het paard uiteindelijk verkocht zou gaan worden. Wim en Jaap hebben het niet gehad over de tijdsduur van de training, het te behalen niveau van het paard of de beoogde verkoopprijs. Zoals in veel paardenzaken is er niets op papier gezet.
Jaap meldt bij Wim al vrij snel na aanvang van de training dat het paard schrikachtig is. Het paard is kijkerig en wat angstig.
Wim zelf meldt zich eigenlijk niet bij Jaap. De vriendin van Wim gaat regelmatig bij Jaap langs om naar het paard te kijken en is ook bij veel van de wedstrijden van het paard aanwezig.
Na ongeveer een jaar training door Jaap neemt zijn dochter Nicolet de training over. Ook Nicolet geeft bij de vriendin van Jaap aan dat het paard kijkerig en erg alert is.
Het paard behaalt zijn winstpunten en promoveert ook op de wedstrijden.
Na verloop van ongeveer drie jaar komt de vriendin van Wim niet meer langs bij Jaap en bezoekt zij ook geen wedstrijden meer. Nicolet plaatst wel met enige regelmaat filmpjes van de wedstrijden op het internet.
Na vier jaar wordt het paard uiteindelijk door Nicolet in de klasse Z uitgebracht. Dit blijkt het eindpunt voor het paard. Doordat het paard dusdanig schrikachtig is heeft Nicolet op zowel de wedstrijden als thuis tijdens de training moeite om het paard door de baan te krijgen. Soms krijgt zij het paard niet door een bepaalde hoek heen, hetgeen uiteraard zeer onwenselijk is op concours.
Nicolet neemt contact op met Wim. Zij is van mening dat het paard nu het eindstation heeft bereikt. Door het schrikachtige karakter is zij van mening dat het paard ongeschikt is voor een professional en tevens te lastig te rijden is voor een amateur. Zij verneemt daarom graag van Wim wat hij nu wil.
Het verwijt van Wim
Wim is de procedure gestart. Hij verwijt Jaap dat hij hem niet eerder heeft geïnformeerd over de onverkoopbaarheid van het paard. Wim heeft hierdoor onnodig kosten gemaakt. Wim stelt dat een trainer de eigenaar correct en tijdig moet informeren over de verkoopbaarheid van een paard. Hij is van mening dat Jaap tekort is geschoten in zijn zorgplicht als trainer.
Het verweer van Jaap
Jaap geeft te kennen dat hij van begin af aan heeft gewezen op het schrikachtige gedrag van het paard. Zowel direct bij aanvang van de training bij Wim en nadien bij de vriendin van Wim toen zij het paard bezocht tijdens de trainingen of de wedstrijden. Dit wordt echter niet door Wim erkend.
Het schrikachtige of alerte gedrag van het paard bij aanvang van de training hoeft niet te bepalen in welke mate een paard verkoopbaar zal zijn. De insteek was dat met de verkoop winst zou worden behaald. Paarden die verkocht worden aan professionals hoeven niet de meest makkelijke paarden te zijn. Jonge paarden die bij het begin van hun wedstrijdcarriere kijkerig zijn, worden veelal na enkele jaren wat gelatener, hetgeen de prestaties ten goede komt. De africhting van een paard en het niveau dat het paard zal halen en hoe het paard zich zal ontwikkelen laat zich niet altijd op voorhand voorspellen.
Het oordeel van de rechter
De rechter is van mening om te bepalen of een trainer al dan niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan, het volgende van belang is:
- Wat waren de afspraken die partijen hadden gemaakt? Denk hierbij aan de doelgroep waar zij op mikten, de beoogde winst, de duur van de training en het moment van verkoop, de kosten en de informatievoorziening;
- De wederzijdse kennis van de materie;
- In het specifieke geval het informeren van de eigenaar over de ontwikkeling van het paard, waarbij ook wordt gewezen op eventuele bijzonderheden indien daar sprake van is.
Jaap traint met regelmaat paarden. Wim heeft zelf een eigen paardenpension. Gelet op deze feiten is de rechter van mening dat zowel Jaap als Wim voldoende ervaring hebben in de omgang met paarden. Wim en Jaap hebben vaker samengewerkt met de training van paarden. De rechter acht beide partijen aldus deskundig. Hieraan verbindt de rechter de volgende conclusies:
- Wim moet in staat worden geacht om zelf in grote mate een beeld te kunnen vormen van de kwaliteiten en de eigenschappen van zijn paard. Wellicht niet tot in de finesse, maar wel om te kunnen beoordelen of het paard volstrekt ongeschikt zou zijn voor het beoogde gebruiksdoel.
- Wim kent het trainingstraject dat aan een verkoop voorafgaat. Hij kent aldus ook de daarbij behorende mogelijkheden en valkuilen, althans hij mag geacht worden die te kennen. Hieruit volgt dat Jaap min of meer met een gelijke deskundige van doen had ten aanzien van wie hij geen extra zorgplicht had zoals bij een absolute leek bijvoorbeeld wel het geval zou zijn geweest.
Tijdens de getuigenverhoren die plaatsvinden komt naar voren dat Jaap en Nicolet het standpunt innemen dat zij Wim, althans zijn vriendin, tussentijds over de ontwikkelingen van het paard hebben geïnformeerd. Van de kant van Wim wordt dit niet bevestigd. Daarnaast hebben zij in het laatste jaar diverse video's van het paard op internet geplaatst. De rechter is daarom van mening dat Wim al geruime tijd bekend was met het schrikachtige gedrag.
Vast staat dat Jaap, toen het paard in de klasse Z uitkwam, Wim heeft gewaarschuwd ten aanzien van de verkoopbaarheid gelet op het schrikachtige gedrag van het paard. Had Jaap dat eerder moeten doen?
Wim en Jaap hebben nimmer concrete afspraken gemaakt. Wim heeft Jaap dus in hoge mate vrij gelaten bij het invullen van de training. Er zijn nimmer concrete doelen gesteld.
Het paard zat met zijn prestaties in tussen de hoogvliegers en de gemiddelde paarden. Het zal aldus vanaf het begin niet duidelijk zijn geweest welke kant het op zou gaan met het paard, een gemiddeld paard voor de amateur of een hoogvlieger voor de professional. Uit de verklaring van Nicolet blijkt dat deze duidelijkheid pas kwam toen het paard in de klasse Z werd uitgebracht. Het werd toen duidelijk dat het paard geen hoogvlieger was en dus aan een amateur verkocht zou moeten worden. Jaap heeft dit toen ook direct aan Wim gemeld. Nergens blijkt uit dat Jaap dit inzicht al veel eerder zou hebben gehad.
De insteek van partijen was om geld te verdienen. Het is een feit van algemene bekendheid dat een paard voor een professionele ruiter meer geld waard is dan een paard voor een amateur. Dat Jaap en Nicolet dus probeerden om het paard op het hoogst mogelijke niveau te krijgen, past aldus in het raam van de overeenkomst. De rechter is van mening dat niet is vast komen te staan dat Jaap en Nicolet onnodig langer zijn door gegaan met de training terwijl zij wisten dat dit doel niet te realiseren was.
De rechter acht het ook van belang dat Wim zelf nooit vraagtekens heeft gezet bij het niveau van het paard en de voortgang in de training. Wim is deskundig en werd op meerdere manieren geïnformeerd over het paard en wist daardoor ook dat het schrikachtig was. Wim is voldoende deskundige om te beseffen dat een schrikachtig paard wellicht goed te verkopen is aan een professional maar niet aan een amateur. Toch is er bij hem kennelijk nooit aanleiding geweest om vraagtekens te plaatsen bij de voortgang van de training en de ontwikkeling van het paard.
Gelet op bovenstaande komt de rechter tot de conclusie dat Jaap heeft gehandeld zoals een zorgvuldig handelend paardentrainer kon handelen en dat niet is komen vast te staan dat hij tekort is geschoten in zijn informatievoorziening aan Wim m.b.t. de verkoopbaarheid van het paard. De rechter wijst de vorderingen van Wim derhalve af.
De strekking van het verhaal
Het lijkt een open deur, maar uit bovenstaande casus blijkt maar weer hoe belangrijk het is om bij de start van een samenwerking goede afspraken te maken zodat een ieder weet wat de bedoeling is.
Daarnaast blijkt uit het verhaal dat je als paardeneigenaar niet van de trainer mag verwachten dat hij of zij een glazen bol heeft en van te voren kan aangeven hoe een paard zich gedurende de training zal ontwikkelen. Een paard is een levend dier met een eigen energie. Zowel eigenaar als trainer zullen in overleg op zoek moeten naar een passende training voor een paard, alsmede een passend verkoopdoel.
In onderhavig voorbeeld is getracht om een beeld te geven van kwestie die zich in de hippisch recht praktijk kan voordoen. De juridische materie in dit artikel is slechts beknopt besproken en is aldus niet volledig. De diverse omstandigheden/feiten spelen een rol in de uitkomst. De uitkomst zal derhalve per geval verschillen. U kunt daarom ook geen rechten aan bovenstaande artikel ontlenen. Voor bovenstaande casus is een bepaalde procedure die zich daadwerkelijk heeft voorgedaan als leidraad gebruikt, maar wordt slechts beknopt en vereenvoudigd weergegeven teneinde het begrijpelijk te houden voor de lezer. Eventuele overeenkomsten in namen berusten puur op toeval.