Enige tijd geleden was er al het nodige over te lezen. Vanuit de EU kwam het plan om de consumentenbescherming verder uit te gaan breiden. Dit treft ook de paardenhandel.
In het huidige stelsel heeft er een bewijsvermoeden van 6 maanden te gelden. Indien een paard binnen 6 maanden na de levering symptomen vertoont passend bij een gebrek dan wordt vermoed dat dit gebrek al bij de levering aanwezig was. Met andere woorden: Bij een ontevreden koper binnen 6 maanden moet de verkoper bewijzen dat het paard gezond en braaf zijn stal heeft verlaten richting de koper. De verkoper zit met de gebakken peren als hij dit bewijs niet kan leveren.
Het bewijsvermoeden, in de volksmond veelal ‘garantietermijn’ genoemd, heeft alleen te gelden bij een consumentenkoop, aldus een professionele verkoper en een particuliere koper.
Als een paard binnen 6 maanden na de koop kreupel gaat lopen dan heeft de koper dus niet de garantie dat de verkoper het paard terug moet nemen, maar wordt de verkoper in een lastigere bewijspositie geplaatst. De verkoper moet bewijzen dat de oorzaak voor de kreupelheid nog niet aanwezig was toen het paard zijn stal verliet.
Indien er geen sprake is van een consumentenkoop zal de koper moeten bewijzen dat het gebrek al voor de koop bij het paard aanwezig was. Het bewijsvermoeden bij een consumentenkoop is dus geen garantie, maar legt de bewijslast neer bij de verkoper i.p.v. bij de koper.
Vooral bij paarden kan het lastig zijn om bewijs te vergaren. Het opgezadeld worden met de bewijslast brengt dus een nadelige positie met zich mee, waardoor de verkoper vaak aan het kortste eind zal trekken.
De wet geeft bij het bewijsvermoeden een kleine escape aan de verkoper en dat is de ‘tenzij-clausule’. Als verkoper kan je het standpunt innemen dat het type gebrek zich verzet tegen de toepassing van het bewijsvermoeden. De verkoper moet de rechter daarbij overtuigen dat het onredelijk is om bij het gebrek de regels van het bewijsvermoeden toe te passen. Als een paard vier maanden na de koop zijn been breekt in de wedstrijdring, zal het vrij duidelijk zijn dat hierop niet de regel van het bewijsvermoeden behoort te worden toegepast. Als het bewijsvermoeden buiten toepassing wordt gelaten heeft dit tot gevolg dat niet de verkoper maar de koper moet bewijzen dat het gebrek al voor de koop aanwezig was. Per gebrek zal de rechter oordelen of het bewijsvermoeden buiten toepassing moet worden gelaten. In de jurisprudentie zijn genoeg voorbeelden te vinden waarin het beroep van de verkoper op de tenzij-clausule al dan niet slaagt.
Inmiddels is bekend geworden dat de Tweede Kamer het voorstel om de ‘garantietermijn’ te verlengen van 6 maanden naar 1 jaar heeft aangenomen. De Eerste Kamer moet zich hier nog over buigen. De invoering van de verlengde termijn komt daarmee steeds dichterbij.
Het verlengen van de ‘garantietermijn’ van 6 maanden na 1 jaar zal voor de paardenhandelaren een enorme domper zijn. Bij een consumentenkoop heb je te maken met een particuliere koper die veelal minder paardenkennis en kunde bezit. Als het paard eenmaal van het erf af is, heb je geen invloed op de wijze waarop de koper met het paard omgaat.
Als verkoper wil je jezelf natuurlijk zoveel mogelijk proberen te beschermen. Zorg voor bewijs!
– Maak melding van bijzonderheden van het paard zodat de koper dit accepteert en hier later niet meer op terug kan komen (denk aan niet verkeersmak zijn of moeilijk zijn bij het opstappen of laden) en zorg dat je dit ook kunt bewijzen (werk met een contract of zorg voor een getuige die het gesprek met de koper volgt).
– Zorg dat het paard vlak voor de levering aan de koper klinisch en röntgenologisch gekeurd is. Een oud rapport wordt in de regel zo van tafel geveegd.
– Maak vlak voor de levering aan de koper video’s van het paard tijdens de dagelijkse omgang, de training en bijvoorbeeld tijdens een buitenrit, het laden of bij de hoefsmid, zodat het gedrag zo veel mogelijk is vastgelegd.
– Laat het paard door verschillende ruiters rijden zodat deze kunnen verklaren dat het voor de levering een braaf en gehoorzaam paard was.
– Sla al het bewijs zoals video’s, app-jes, mailtjes en de advertentie goed op! Laat ze dus niet op de telefoon staan waarna je door welke reden dan ook na verloop van tijd niet meer bij de bestanden kunt.
– Spreek eventueel af dat de koper tijdens een bepaalde periode nog begeleiding krijgt bij het rijden. Hiermee verklein je de kans dat de koper tegen rijtechnische problemen aan zal lopen waarbij de oorzaak veelal bij het paard zal worden gezocht. En bedenk: voorkomen is beter dan genezen! Soms zijn er op voorhand al twijfels of paard en ruiter een combinatie zullen gaan vormen. Verkoop je een wat lastiger paard aan een ruiter die zichzelf overschat dan is de kans groot dat de combinatie vast gaat lopen en driemaal raden bij wie er dan aangeklopt zal worden.
Het is nu nog niet te voorspellen wat de toekomst zal gaan brengen, maar ik verwacht wel een toename van geschillen en de nodige terughoudendheid bij handelaren om te verkopen aan een particulier. Daarnaast kijk ik er niet raar van op dat een verlenging van de termijn ook een verandering t.a.v. het al dan niet toekennen van de ‘tenzij-clausules’ door rechters met zich mee zal brengen. Voor diverse gebreken is het immers totaal niet meer redelijk om hiervoor de bewijslast na het verstrijken van maanden nog bij de verkoper neer te leggen. Indien de verkoper dit goed kan motiveren, kan de rechter de ‘tenzij-clausule’ toepassen wat tot gevolg heeft dat de bewijslast bij de koper komt te liggen i.p.v. bij de verkoper. Wellicht zullen ook constructies in de hand worden gewerkt waarbij de verkoper zal proberen om onder de consumentenkoop uit te komen door bijvoorbeeld een familielid, kennis of werknemer die niet als ‘professional’ heeft te gelden als verkoper naar voren te schuiven. De tijd zal het leren!
Advocaat Femke de Reus
Reus Advocatuur – advocaat voor paardenzaken
0592-269 881
www.reusinpaardenrceht.nl
www.reusadvocatuur.nl